Fans maken zich zorgen om Charlotte Crosby. De Britse realityster heeft de afgelopen jaren verschillende plastische procedures laten uitvoeren. Nu duiken in de tabloids met de regelmaat van de klok dramatische headlines op als “Charlotte Crosby shocks with chiselled nose and swollen face as fans beg, ‘stop the surgery’” (Irish Mirror, 24/04/2019), “Charlotte Crosby’s fans fear she’s addicted to surgery as they beg her to stop having fillers after she shares very pouty pic” (The Sun, 22/03/2018) of “Charlotte Crosby stuns This Morning viewers with ‘plastic face’ as fans beg her to stop having surgery” (Mirror Online, 28/03/2018). De commentaren op Crosby’s Instagram gaan uit van een vanzelfsprekend onderscheid tussen ‘natural beauty’ en een ‘fake’ of ‘plastic’ uiterlijk. Toen een vriendin van Crosby haar onlangs in een commentaar een ‘natural beauty’ noemde, was het hek dan ook van de dam. Een greep uit de reacties: “are you being sarcastic or stupid?”, “everything but natural !!” en “after a lot of jobs in her face... don’t call this natural, sister”. Anderen zeggen simpelweg “LOLLLL” of posten een rijtje emoji’s die huilen van het lachen. Maar wat houdt dit onderscheid tussen natuurlijke schoonheid en ‘fakeness’, dat blijkbaar zo vanzelfsprekend is, precies in? Ook beroemdheden die bekendstaan als ‘natuurlijke’ schoonheden dragen make-up, gebruiken haarproducten, en hebben in sommige gevallen zelfs plastische ingrepen ondergaan, zoals botoxinjecties. De labels ‘natuurlijk’ en ‘fake’ lijken minder te maken te hebben met of iemand al dan niet onder het mes gegaan is, dan met bepaalde, zeer specifieke esthetische kenmerken of visuele betekenaars die we associëren met adjectieven als ‘fake’ en ‘trashy’. Die betekenaars bestaan uiteraard niet in een vacuüm, maar hangen vaak samen met andere factoren zoals sociale klasse.
Charlotte Crosby was een van de meest geliefde deelnemers van het succesvolle MTV-programma Geordie Shore, waarin ze verscheen van het eerste seizoen in 2011 tot haar vertrek in 2016. Het concept van Geordie Shore is simpel: een aantal jonge mannen en vrouwen worden samen in een huis gezet en 24/7 gefilmd terwijl ze feesten, drinken (of, in hun woorden, ‘get mortal’), neuken, vechten, en praten over al het interpersoonlijke drama dat uit die activiteiten voortvloeit. Naast het huis zelf vindt de meeste actie plaats in nachtclubs in de stad. Af en toe verplaatst het programma zich voor enkele afleveringen of zelfs een volledig seizoen naar een feestbestemming in het buitenland, zoals Magaluf, Cancun of Kavos, maar de uitvalsbasis ligt in Newcastle in het noordoosten van Engeland (‘Geordie’ is een bijnaam voor inwoners van die stad). In dit gebied, dat hard werd getroffen door de deïndustrialisering in de tweede helft van de 20e eeuw, ligt de jeugdwerkloosheid een pak hoger dan het Engelse gemiddelde.1 De deelnemers van Geordie Shore zijn, zoals vaak het geval is in dit soort programma’s, working-class. Toen Gary ‘Gaz’ Beadle eind 2017 aankondigde dat hij het programma zou verlaten, zei hij dat hij voor zijn deelname aan het programma geen enkel vooruitzicht had, geen diploma, geen enkele bron van inkomsten behalve stempelgeld: ‘I was on the dole, I had nothing, I didn’t have a clue what I was doing, I didn’t have a clue what I’d signed up for.’2
Omdat de deelnemers working-class zijn, en afkomstig uit een armer deel van Engeland, is het makkelijk om hen weg te zetten als ‘trashy’ of als ‘chavs’ – een beladen scheldwoord voor jongeren die zich luidruchtig of agressief gedragen en zich smakeloos kleden, dat uitsluitend gebruikt wordt voor mensen uit lagere socio-economische klasse, enigszins vergelijkbaar met de manier waarop hier mensen bestempeld worden als ‘marginalen’ of ‘Johnny’s en Marina’s’. Daarbij helpt het niet dat Charlotte, Gaz & co. keer op keer geheel schaamteloos over de schreef gaan en vervolgens, na het achteroverkappen van een paar Jägerbombs, nog eens met veel plezier op de schreef kotsen en plassen. In haar stuk “The Politics of Hyperbole on Geordie Shore: Class, Gender, Youth and Excess” schrijft Helen Wood: “the show presents working-class youth as beyond the ‘limits of propriety’ (…): partying, arguing, screaming, crying and screwing. They are ungovernable, abject, revolting subjects who operate without shame, the very opposite to the self-regulating, good, neoliberal citizen.”3
De manier waarop deze working-class jongeren worden afgebeeld, sluit aan bij wat Owen Jones, in de ondertitel van zijn boek Chavs, “the demonization of the working class” noemt. Jones analyseert de manier waarop de Britse arbeidersklasse in de media en het politieke discours continu wordt gestereotypeerd als een losgeslagen “feral underclass”:4 crimineel, lui, amoreel en smerig. Dat steeds meer van hen in de armoede zitten, wordt geweten aan hun eigen attitude, hun gebrek aan ‘aspiration’, en niet aan systemische ongelijkheid en onrecht. Dit narratief komt de elites en middenklasse goed uit: het betekent immers dat zij hun positie louter te danken hebben aan zichzelf en hun eigen inzet, niet aan hun afkomst, en dat ze daarom alles wat ze hebben verdienen. ‘Meritocracy’, stelt Jones, ‘can end up being used to argue that those at the top are there because they deserve to be, while those at the bottom are simply not talented enough and likewise deserve their place.’5 Het narratief van sociale mobiliteit, dat samenhangt met dat van de meritocratie, kan ook een excuus zijn om systemische ongelijkheid niet aan te pakken: de omstandigheden van de arbeidersklasse dienen niet verbeterd te worden, want wie ambitieus en getalenteerd genoeg is, zal er vanzelf wel in slagen zijn of haar achtergrond te ontstijgen. Wie achterblijft, verdient het om beschouwd te worden als ‘trash’. Jones wijst ook reality-tv met de vinger: verschillende van deze programma’s, schrijft hij, lijken wel uitsluitend gewijd te zijn aan het belachelijk maken van de Britse arbeidersklasse.6 Programma’s als Wife Swap noemt hij ‘chavtainment’,7 een fenomeen dat bijdraagt aan ‘the mainstream view of working-class individuals as bigoted, slothful, aggressive people who cannot look after themselves’.8 Uitlachtelevisie zouden wij het noemen, maar dan met een extra dipsausje van klassehaat. Waar begrip en empathie blijkbaar niet altijd in staat zijn om over diepe socio-economische breuklijnen heen te reizen, kan hoongelach dat wel.
Hoewel het demoniseren van de arbeidersklasse ongetwijfeld een van de effecten van reality-tv is, denk ik niet dat een programma als Geordie Shore louter zo functioneert. Omdat dezelfde deelnemers verschillende jaren meedraaien, is het voor het publiek mogelijk om een band op te bouwen met bepaalde ‘personages’ (wat bij een programma als Temptation Island veel moeilijker is). Toen ik als jonge twintiger naar Geordie Shore keek, bevond ik me in een gelijkaardige levensfase als Charlotte, die een jaar ouder is dan ik. Ik voelde me verwant met haar, herkende haar verwarring, haar onzekerheden, haar neiging tot zelfdestructie, en vond haar daarom een troostende verschijning. Toen zij liefdesverdriet had omdat Gary voor de zoveelste keer haar hart had gebroken, zat ook ik te snotteren om een Gary-achtig sujet. Net als vele andere kijkers apprecieerde ik haar eerlijkheid, openhartigheid en schaamteloosheid. Charlotte was in de serie notoir voor haar ‘ongelukjes’: ze plaste regelmatig het bed, de vloer of de jaccuzzi onder of liet scheten terwijl ze met een jongen in bed lag. Soms reageerde ze extreem emotioneel op dingen die haar kwetsten, wat haar de bijnaam ‘psycho Charlotte’ opleverde. Ik vond het verfrissend om iemand te zien die blijkbaar geen schaamte kende voor haar lichamelijke functies, die niet emotioneel geconstipeerd was, die soms spectaculair uit de bocht vloog maar net daardoor de onzichtbare grenzen blootlegde die aan vrouwelijk gedrag worden gesteld.
Charlotte stak een ongegeneerde, dronken middelvinger op naar het bourgeois vrouwbeeld, dat voorschrijft dat vrouwen ingehouden, stijlvol, kalm, sterk, strijdbaar en gesofisticeerd moeten zijn, te druk bezig met door glazen plafonds te breken om zich te laten meeslepen door hun emoties, als de dood om als ‘wanhopig’ of als een ‘crazy ex-girlfriend’ bestempeld te worden. Ik moet toegeven dat ik veel van haar heb geleerd. Hoewel ik dus op papier in de categorie val van hoogopgeleide mensen die ironisch naar ‘chavtainment’ kijken om de deelnemers uit te lachen en zich beter te voelen dan hen, denk ik dat de beweegredenen van vele kijkers complexer zijn dan dat. Charlotte heeft veel loyale fans, die haar vaak op Instagram verdedigen tegen mensen die commentaar leveren op haar uiterlijk. Dat ze zo populair geworden en gebleven is, heeft volgens mij veel te maken met net die spanning tussen haar hypervrouwelijke, gepolijste uiterlijk en haar schaamteloze, vaak vunzige gedrag.
Geordie Shore bevat vele beelden van de deelnemers die zich opmaken voor een avond uit. De mannen zien we kreunen in de fitness en hun kapsel perfectioneren. De vrouwen zijn in de weer met extensions, nepwimpers, krultangen en make-up. Iedereen is kwistig met de zelfbruiner. Niet alleen zijn we zo getuigen van het werk dat zij aan hun uiterlijk spenderen, hun arbeid is ook zichtbaar in het resultaat. Wood schrijft: “The housemates are physically overloaded by classed markers of taste and excess (…) labour is made visible: all of the women have excessively long ‘mermaid’ hair extensions, extended false finger nails, eyelashes, high-definition and exaggerated eyebrows, some breast augmentation, and deep orange tans.”9 Ze weigeren “the look of ‘naturalness’ normally prized in valuations of middle-class femininity and instead the women of Geordie Shore work hard to reveal, rather than to conceal, fakeness.”10 Hun uiterlijk is niet ‘natuurlijk’ omdat ze dat zelf willen; ze willen dat iedereen in een oogopslag kan zien hoeveel tijd, moeite en geld ze hebben geïnvesteerd in hun lichaam. Nepwimpers, gelnagels, extensions en zelfbruiner zijn herkenbare betekenaars van die arbeid, makkelijke manieren om die fakeness naar de buitenwereld toe te signaleren.
Wie er ‘natuurlijk’ wil uitzien, kan in sommige gevallen net zoveel make-up dragen, maar doet er net alles aan om die arbeid te verbergen. Goede make-up, zo luidt het devies, doet het lijken alsof je helemaal geen make-up draagt. Die houding doet denken aan het fenomeen van warenfetisjisme, waarbij we consumptieobjecten los zien van de relaties van productie die ze hebben gecreëerd. De arbeid wordt onzichtbaar gemaakt. Net zoals er achter een paar van Charlottes torenhoge hakken een slachthuis schuilt waarin koeien werden gedood voor hun huiden, een fabriek vol arbeiders die de schoenen in elkaar hebben gezet en een uitgebreid distributienetwerk om de schoenen tot in de winkels te brengen, schuilt er ook achter de gezichten van vele vrouwen, en zeker van mediapersoonlijkheden, de arbeid van de opmaak. Volgens de idealen van middenklasse vrouwelijkheid dient die arbeid verborgen, onzichtbaar gemaakt te worden, hoewel we allemaal ‘weten’ dat dit een illusie is. Alles dient er #effortless uit te zien: #iwokeuplikethis.
Charlotte zelf is zich terdege bewust van dit fenomeen. Louise Thompson, bekend van Made In Chelsea, een realityprogramma dat de gepriviligieerde levens van enkele rijke jonge mensen in Londen volgt (een bourgeois tegenhanger van Geordie Shore, zeg maar), noemde Charlottes beslissing om plastische chirurgie te laten uitvoeren “really bad - and sad”.11 Charlottes sarcastische reactie is interessant: “Louise puts make-up on her face. That’s quite sad.”12 Ze geeft dus aan dat Louise niet minder werk in haar uiterlijk investeert dan zijzelf, hoewel de meeste mensen Louise als veel ‘natuurlijker’ zouden inschatten dan Charlotte. Het enige verschil is dat Louise haar cosmetische arbeid verstopt achter een subtiele, klassieke look, die voldoet aan een bepaald beeld van stijl en klasse dat verre van neutraal is. In tegenstelling tot Louise proberen veel working-class vrouwen, tenminste in het VK, hun cosmetische arbeid net zo zichtbaar mogelijk te maken. In die zin verzetten Charlotte en de andere Geordies zich tegen een bourgeois ideaalbeeld van ‘natuurlijke’ schoonheid, onzichtbare ingrepen en subtiele make-up. Ze dragen de sporen van hun werk met trots op hun gezicht.
Die zichtbaarheid wekt ook tegenwind op. In 2008, enkele jaren voordat het eerste seizoen van Geordie Shore werd uitgezonden, verscheen op BBC Three een ander soort realityprogramma: een make-overprogramma, of in dit geval een make-underprogramma. In Snog Marry Avoid? werden ‘fakery obsessives’ of ‘slap addicts’ getransformeerd tot ‘natural beauties’ door hun ‘skimpy clothes’ en lagen make-up eraf te pellen en te vervangen door subtiele make-up en stijlvolle kledij. De gebruikte woordenschat spreekt boekdelen: de kandidaten worden steevast omschreven met woorden als ‘tacky’, ‘trashy’, ‘slapper’ en ‘fake’. De heilige graal van het programma is ‘sophistication’. Dit wordt duidelijk in een bijzonder pijnlijke scène waarin de voice-over de 19-jarige Sophie uitlegt hoe ze het woord ‘sophisticated’ moet uitspreken.13 Sophie wordt vervolgens onderworpen aan de rituele vernedering die de kern van het programma vormt: voorbijgangers op straat krijgen een foto van haar te zien en moeten zeggen of ze haar zouden kussen, met haar zouden trouwen of haar zouden mijden. De reacties zijn steevast variaties op ‘I’d avoid her because she looks fake’ of ‘I’d snog her because she looks easy.’ Het discours dat de presentator en de voice-over hanteren is vaagweg moraliserend, al wordt die moraal nooit echt geëxpliciteerd. Het is niet moeilijk om in dit hele gebeuren een zweem van paternalisme te ontwaren: het is een zoveelste variatie op het oude narratief van ‘the deserving poor’, waarbij armen moesten aantonen dat ze materiële steun verdienden door te conformeren aan de normen en waarden van de hogere klassen.
In een andere aflevering ontmoeten we de 21-jarige Kelly, die blijkbaar werkloos is.14 Kelly draagt extensions, extravagante outfits die veel vlees tonen, gelnagels, valse wimpers en vele lagen make-up. Zij krijgt de ‘Jobless Bimbo Blunder to Career Girl Stunner Make Under’. Haar make-under wordt dus meteen expliciet gekoppeld aan arbeid. Na de make-under is de eerste reactie van Kelly, nu met kort gebrusht haar en gekleed in een kuise witte blouse: ‘Oh dear! I look like an old lady!’ ‘Do you think you’re more likely to get a job with this look or your old one?’, kaatst de onverbiddelijke voice-over terug. De meeste deelnemers zien er na hun make-under heel gelijkaardig uit: niet zozeer als een ‘old lady’, maar wel als de receptionist van een chique advocatenkantoor. Het resultaat is een soort van oppervlakkige, gespeelde sociale mobiliteit: de kandidaten krijgen de looks van de respectabele middenklasse, maar de kans lijkt klein dat ze de eerste tijd daadwerkelijk zullen terechtkomen in het soort jobs dat de leden van die middenklasse uitvoeren (zeker aangezien dit programma werd uitgezonden tijdens de ergste jaren van de economische recessie). Echte sociale verandering is misschien niet mogelijk, maar we kunnen tenminste doen alsof. Indien we de zichtbare sporen van opmaakarbeid van de gezichten van deze meisjes vegen, lijkt het misschien wel alsof ze hun tijd en energie nuttiger en productiever hebben besteed, alsof ze meer respectabele en legitieme vormen van arbeid hebben verricht.
De link tussen ‘fakery’ en arbeid wordt nog duidelijker wanneer we weten dat Jenny Frost, het voormalige lid van de popgroep Atomic Kitten dat de eerste seizoenen van Snog Marry Avoid? presenteerde, na het vierde seizoen werd vervangen door Ellie Taylor. De reden? Ze zag er zelf te fake uit. Ze tweette: “Have loved doing the show……..but come on guys lets face it, I love my tan, got false boobs & I wear more slap than Ru Paul on Halloween!!….”15 De zichtbare arbeid die Frost op haar lichaam droeg, kostte haar haar meer conventionele job.
Bij Charlotte Crosby liggen de kaarten enigszins anders, want het performen van Charlotte Crosby is haar job. Ze is spektakel. Deze rol vormt haar pad naar rijkdom – van alle deelnemers heeft zij misschien wel het best geboerd –, maar verhindert haar er tegelijkertijd van ooit werkelijk deel uit te maken van de middenklasse. De arbeid die ze in haar looks steekt is, voor een groot deel, haar werk. Als ze deze arbeid zou wegsteken om werkelijk respectabel te worden, zou niet alleen haar spektakelwaarde dalen, maar zou ze haar legitimiteit ondermijnen. Omdat realitysterren niet beroemd zijn vanwege een bepaalde skill of talent, moeten ze hun succes, status en rijkdom continu verantwoorden – of, zoals Wood schrijft: “reality television participation does not sit comfortably within the realms of ‘legitimate’ capitalist culture or as a ‘proper’ site of social mobility”.16 Charlottes uiterlijk vormt een essentieel onderdeel van haar succes, van haar werk, haar beroep. Wanneer ze dus de sporen van haar esthetische arbeid zichtbaar op haar lichaam draagt, gelden die als bewijs dat ze die dag gewerkt heeft, dat ze de dingen die ze heeft niet ‘voor niets’ heeft gekregen. Door haar extensions en implantaten fungeert het lichaam van Charlotte als een soort vleesgeworden prikklok. Maar hoewel ze op deze manier haar rijkdom en succes legitimeert, verhindert de zichtbaarheid van haar arbeid haar er tegelijkertijd van om ooit te voldoen aan de bourgeois idealen van ‘natural beauty’, ‘stijl’ of ‘klasse’. Dit is een eerste permanente contradictie inherent aan het fenomeen Charlotte Crosby (en, natuurlijk, haar mededeelnemers, zoals Holly Hagan of Marnie Simpson).
Een tweede contradictie is het contrast tussen Charlottes hypervrouwelijke uiterlijk en haar vaak extreem vulgaire gedrag. Ze bevestigt en ondergraaft stereotypes van vrouwelijkheid, vaak binnen dezelfde aflevering. Niet alleen plast ze het occasionele bed onder, we zien haar ook geregeld met uitgelopen make-up en uitgerukte extensions na een dronken huil- of vechtpartij. Wood schrijft: “the women’s aesthetic labour is undone, the hair and make-up dishevelled, the clothes become out of place. Their drink-fuelled, out-of-control anger provides the emotional spectacle that is the antithesis of the postfeminist and neoliberal value of composure, but it is also the undoing of their hyper-glamorous, working-class femininity.’17 Op zulke momenten, vloekend en schreeuwend, de controle volledig kwijt, belichaamt Crosby the monstrous female: een Medea, een Medusa, gewelddadig, haveloos, hysterisch en onvoorspelbaar.
Op andere momenten, wanneer ze voor de camera plast of kotst, wordt haar lichaam haast grotesk: extreem zichtbaar, lekkend langs alle kanten, ontdaan van alle grenzen en barrières. Alsof haar lichaam onder de druk van duizend beelden van zichzelf vervormt en versmelt tot plastic.
Dat is ook ongeveer wat er gebeurd is. Het is immers door beelden van zichzelf te zien op televisie dat Charlotte haar eerste plastische procedure heeft laten uitvoeren, een neuscorrectie. “I probably wouldn’t be bothered if I wasn’t on TV but because I am I’ve grown to hate it more over the years,”18 zei ze daarover. “If I’d not been on TV, I’d never have got it done. (…) you always compare yourself to other people who are on TV as well.”19 Charlotte heeft haar fysieke lichaam vormgegeven op basis van beelden van zichzelf en anderen, in functie van hoe ze zou willen dat ze eruitziet op een scherm.
Charlotte wordt langzaam maar zeker een simulacrum, een kopie zonder origineel, gemodelleerd naar beelden van zichzelf. Toch ligt haar plastische chirurgie volledig in het verlengde van de contradicties die altijd al sluimerden in haar uiterlijk. De zichtbare arbeid om er hyperglamoureus uit te zien heeft zich simpelweg uitgebreid, van extensions en fake tans naar lipinjecties en neuscorrecties. En waar haar glamoureuze uiterlijk vroeger vervormd raakte door dronken uitspattingen en extreme emoties, door kotspartijen, gevechten of huilbuien, wordt het nu vervormd door implantaten. In beide gevallen wordt haar uiterlijk extreem gemaakt, haast onherkenbaar veranderd. Maar precies de zichtbaarheid van die verandering is het werk van Charlotte Crosby, de arbeid die zij iedere dag moet verrichten. Dit geldt natuurlijk niet alleen voor haar: alle vrouwelijke (ex-)deelnemers van Geordie Shore zijn tijdens of na hun deelname begonnen met plastische chirurgie.20 Zelfs Marnie Simpson, die bij haar introductie aan het begin van het zevende seizoen in de markt werd gezet als een ‘natuurlijke schoonheid’ (haar tagline was “I’m a natural beauty, real boobs, real hair” - in tegenstelling, zo werd geïmpliceerd, tot de andere vrouwen), is in de loop der jaren bijna onherkenbaar veranderd.
Een derde contradictie is dat Charlotte Crosby en Geordie Shore ontegensprekelijk hyperkapitalistisch zijn, maar zich tegelijkertijd verzetten tegen bepaalde neoliberale idealen. De deelnemers zijn allemaal entrepreneurs, die de cash rapen waar ze maar kunnen. Zo verschijnen ze tegen betaling in nachtclubs en op privéfeestjes, doen ze mee aan andere realityprogramma’s, heeft Charlotte een fitness-dvd, een kledinglijn en een eigen programma op MTV (The Charlotte Show), is Gary Beadle eigenaar van een nachtclub in Zante, heeft Nathan Henry een lijn hondenaccessoires, richtte James Tindale een fitnesszaak op en heeft Vicky Pattison een juwelenlijn en meerdere autobiografische bestsellers op haar naam.21 Vanaf het tweede seizoen worden de auto’s waarin de deelnemers in de eerste aflevering arriveren alsmaar groter en protseriger. Opzichtige consumptie wordt verheerlijkt. Wij consumeren de lichamen en emoties van de deelnemers, en in ruil daarvoor kunnen zij de duurste vodka in de VIP-zones van nachtclubs consumeren.
Maar tegelijkertijd lijken de deelnemers zich, vreemd genoeg, te verzetten tegen het narratief van het neoliberale individu dat zijn of haar klasse ontstijgt. Integendeel, er is, zoals Wood schrijft, “an over-performance of class-making”.22 Die performance van klasse blijft aanwezig, hoe rijk Charlotte en haar collega’s inmiddels ook geworden zijn. Die drang van jongeren uit de arbeidersklasse om zichzelf zichtbaar te maken is niet onlogisch, stelt Wood, in het Groot-Britannië van na de financiële crisis. Het besparingsbeleid heeft diepe wonden geslagen, waaronder jonge mensen uit minder welgestelde milieus, zeker in het noorden van Engeland, disproportioneel zwaar geleden hebben. Onder zulke omstandigheden, “it would make sense to claim visibility and mediated space, as a dialectic reaction to forms of social exclusion”.23 Omdat de arbeidsmarkt voor velen ontoegankelijk is, of slechts toegankelijk in de vorm van instabiele nulurencontracten en flexjobs, verrichten ze arbeid op zichzelf en maken ze die arbeid ook zichtbaar, als een alternatieve basis om een identiteit en eigenwaarde op te stoelen. Charlotte Crosby’s uiterlijk kan dus tegelijkertijd gelezen worden als een perversie van de neoliberale werkethiek en als het omarmen van een hyperkapitalistische levensstijl.
De zichtbare sporen van het werk dat Charlotte heeft laten verrichten aan haar uiterlijk, leiden op zich weer tot een nieuw soort zichtbaarheid: clicks. In een reactie op de commentaren op haar Instagramfoto’s geeft ze aan dat de pestberichten haar ten goede komen, omdat ze zorgen voor meer interactie op haar socialemediaprofielen en dus voor meer beroemdheid en geld. “When I put a picture on Instagram of my big lips, they go crazy”, zegt ze. “Sometimes I do it on purpose. The more interaction I get on a photo, the better it does. So I’m like, right, I’m going make sure people have bad things to say about this because the more comments it gets the more likes it gets, because it goes out to more people.”24 Charlotte reageerde uiteindelijk zelf op de commentaren op haar Instagrampost van 7 juni: “you girls keep hating”, schreef ze, “keeps my interaction up on my pictures”, gevolgd door een emoji met dollartekens als ogen. We raken verzeild in een soort van eindeloze spiraal van zichtbaarheid: de zichtbaarheid van de zichtbaarheid van de zichtbaarheid. De vraag waar achter al die lagen van zichtbaarheid, onzichtbaarheid en make-up de ‘echte’ Charlotte, haar ‘natuurlijke’ gezicht gebleven is, is irrelevant. Er ‘natuurlijk’ uitzien, als er al zoiets bestaat, zou Charlotte niets opleveren; de negatieve commentaren en de zichtbaarheid die daaruit voortvloeit, daarentegen, helpen haar om onbetaalde arbeid om te zetten in cash en status. Haar werk is het zichtbaar maken van de arbeid die anderen verbergen.