Het gaat maar niet uit mijn hoofd, dat schaamtelijke – of, zeg maar, schaamteloze – televisiemoment van woensdag 27 januari 2021: de passage van Bart Van Loo, auteur van de historiografische bestseller De Bourgondiërs, in actuaprogramma De Afspraak.
Wat speelde zich precies af? Van Loo krijgt een sterk onderbouwde negatieve commentaar, waarin historici Lise Demets en Jelle Haemers aangeven dat Van Loo’s “alternatieve geschiedenis” al te zeer vertrekt vanuit het perspectief van de gezaghebbers. Daarop schrijft Van Loo een opinie met de brutale titel “Wat als academici leesbare boeken zouden schrijven?” – waarin hij gepikeerd dan maar ineens de hele academische wereld viseert, die hij blijkbaar door en door kent.
Als een mediagenieke figuur (die op de shortlist van standaard uit te nodigen Vlaamse intellectuelen staat) zich tegen een negatieve bespreking van zijn haast heilig verklaard boek verzet, dan moet die dat natuurlijk ook nog eens komen overdoen in de televisiestudio’s – want polemiek verzekerd, zeker als niemand van “de tegenpartij” aanwezig is. Presentator Bart Schols steekt daarenboven graag ook nog eens het vuur aan de lont door te poneren dat die tegenpartij Van Loo “een populist” noemt (wat manifest onjuist is) en door uit het gebruik van de historiografische term “alternatieve geschiedenis” de volgende conclusie te trekken: “U bent”, volgens die academici, “eigenlijk een beetje een Donald Trump van de Lage Landen”. Als je zo’n loopje neemt met feiten en woorden, dan is elk degelijk gesprek natuurlijk bij voorbaat verbrod.
“Laat de discussie gevoerd worden”, zegt Bart Van Loo nochtans in de show – zeer zeker, maar dan ook ernstig, als het even kan. Want serieus, de platte praat die volgde – en alle bijbehorende monkel- en snuiflachjes van de studiogasten –, was tenenkrommend. Even een situatieschets. Aanwezig zijn:
Natuurlijk is er een immense publicatiedruk in de academische wereld, natuurlijk is er een overmatige focus op internationale gepeerreviewde A1-publicaties, natuurlijk zijn vele academische teksten onleesbaar en natuurlijk interesseren die vaak eigenlijk niemand een hol. Maar mag een tekst ook soms eens complex zijn, wat weerstand bieden? Sommige van die weerbarstige, quasi-onleesbare boeken (van een Adorno, Kristeva, Arendt, Foucault, noem maar op) staan misschien geen twee jaar in de boeken top-10, maar weten wel het denken van vele generaties radicaal te beïnvloeden. Ik kan Bart Van Loo overigens verzekeren dat de academici die ik ken – zeker in de humane wetenschappen – meer dan ooit inzetten op verschillende vormen van schrijven, denken, praten en doen. Mochten ze dat niet doen, zou de studio van De Afspraak overigens vaak ook halfleeg blijven – al gaat het daar natuurlijk meestal om het vaste kransje tv-proof academici.
“Laat die discussie dus gevoerd worden” – zeer zeker, en meer dan terecht en nodig. Maar niet zo! Laten we eens een echt strijdgesprek voeren tussen intellectuelen in plaats van wat gepingpong in oneliners, af en toe onderbroken met een sappige anekdote hier en een pseudo-gedachtewisseling daar. Als het debat zo belangrijk is (wat het is), laat dan een echt gesprek toe. Wat ik wil zien, zijn Demets, Haemers en Van Loo aan één tafel. Veeleer dan de virtuele echokamers ook nog eens op televisie te echoën, ontstaat er dan ruimte voor gedachtewisseling of, voor mijn part, een clash of “confrontatie” van denkers en hun ideeën – zoals professor Lolle Nauta een legendarisch debat tussen Michel Foucault en Noam Chomsky noemde. Misschien ontdekken de vermeende antagonisten dan dat zij – net als Foucault en Chomsky – ook maar “mountain-diggers” zijn, “working at the opposite sides of the same mountain with different tools, without knowing even if they’re working in each other’s direction”. En misschien ontstaat dan tegelijk ook wel een spannendere vorm van televisie, waarin onenigheid ten gronde uitgesproken mag worden.